Skip to main content

Het optimaliseren van de performance ratio in de opwek van zonne-energie staat niet meer gelijk aan het behalen van een maximaal financieel rendement. Door supersizing van de omvormer, valt er meer uit te halen.

In Vlaanderen is dit, in tegenstelling tot in Nederland, reeds schering en inslag. ‘Maar ook hier mag het bewustzijn over de voordelen nog omhoog, met name in de residentiële markt’, aldus Ismaël Ben-Al-Lal van onze zusteronderneming iLumen. ‘Zo creëren we ook meer potentieel voor onze sector op de lange termijn.’
Het Vlaamse technische reglement voor zonne-energiesystemen maakt onderscheid tussen pv-installaties met een omvormervermogen kleiner en groter dan 10 kilovoltampère. Die laatste betreft het zakelijke marktsegment. Het fenomeen supersizing, de overdimensionering van de omvormer tot 2 keer of zelfs meer dan het piekvermogen van de zonnepanelen, kreeg volgens Ben-Al-Lal allereerst voet aan de grond bij de realisatie van pv-installaties met 10 tot 60 kilowattpiek aan zonnepanelen.

Wegen zwaarder

‘Er gebeurde heel lang heel weinig in die zakelijke categorie’, vertelt Ben-Al-Lal. Dat had met name te maken met het feit dat, hoe groot een zakelijke installatie ook is, er kosten moeten worden gemaakt voor de administratie en verplichte studie bij het aanvragen van de premie en voor de opstal. Die wegen zwaarder op een klein project. De investeringsuitgaven zijn dus relatief hoog. Kiezen voor een kleinere omvormer is een oplossing om dit probleem te ondervangen, onder andere omdat je aanzienlijk kosten bespaart terwijl je weinig inlevert op je opbrengsten. Inmiddels is dat dan ook zo’n beetje de standaard bij dit soort projecten.’

Vollast

De performance ratio van een zonnepaneelinstallatie (red. de theoretische opbrengst in verhouding tot die in de praktijk) is nooit 100 procent, bijvoorbeeld door thermische en omvormerverliezen. Bovendien varieert de opwek enorm.
‘Laten we zeggen dat een systeem van 10 kilowattpiek 9 megawattuur op jaarbasis opwekt hier in Vlaanderen’, stelt Ben-Al-Lal. ‘In de praktijk kan dat bijvoorbeeld – afhankelijk van het licht – op een winterdag 15 kilowattuur zijn en op een zomerdag 70 kilowattuur. Van de 8.760 uren die er in een jaar zijn, werkt de omvormer ongeveer maar 900 uur onder vollast bij een een-op-een-dimensionering. Wanneer er zeer weinig licht is, zal de opbrengst ver van het nominaal vermogen van de omvormer liggen en de efficiëntie van de omvormer dus tevens laag zijn. Bij overdimensionering start een omvormer sneller op en valt later uit gedurende de donkere uren, en heeft op die momenten dus een hogere efficiency. Bij supersizing maak je het totale verlies aan productie nooit helemaal goed, maar de winst in de verhouding kilowattuur per kilovoltampère is daarom aanzienlijk. Gelijktijdig win je energie die kostbaarder is, gezien dit typisch de uren zijn waar je tekorten hebt.’
Bron: Solarmagazine.nl, 25 maart 2022

Schrijf u gratis in op onze nieuwsbrief

Join the discussion One Comment

  • Ludo schreef:

    beste, de tekst is voor mij heel onduidelijk.
    Gaat het over het overdimensioneren van het omvormer-vermogen ten opzichte van het PV-vermogen, of andersom?
    Graag opheldering.

Leave a Reply