Een gezin met een gemiddeld elektriciteitsverbruik betaalt volgend jaar niet langer 100 maar 9 euro per jaar voor het alternatief voor de Vlaamse energieheffing. Hoe kan dat opeens?
Turteltaks
Bourgeois en co moesten op zoek naar een alternatief voor de energieheffing die voor de zomer door het Grondwettelijk Hof was vernietigd. Het doel van die taks, die uiteindelijk tot het ontslag van de vorige minister van Energie Annemie Turtelboom (Open VLD) leidde, had twee doelen: de historische schuld door de oversubsidiëring van zonnepanelen wegwerken en nieuwe groene energie financieren. Daarvoor vroeg de Vlaamse regering aan elk gezin 100 euro per jaar.
Turtelbooms opvolger Bart Tommelein (Open VLD) beloofde al voor de zomer dat hij de vernietiging door het Grondwettelijk Hof zou aangrijpen voor een goedkoper alternatief van ongeveer 10 euro.
Combinatie
De regering koos voor een combinatie van maatregelen: er wordt 7 miljoen euro uit de Vlaamse begroting gehaald om de historische schuld weg te werken. Daarnaast legt de regering de lat voor energieleveranciers hoger. Zij moeten in de toekomst 21,5 procent in plaats van 20,5 procent groene stroom produceren of inkopen. Die rekening wordt door de energieleveranciers via de energiefactuur aan de eindgebruikers doorgerekend. De kost daarvan hangt af van het verbruik, maar kost een gezin met een gemiddeld verbruik 3.500 kilowattuur ongeveer 4 euro per jaar.
Tot slot komt er een forfaitaire taks van 5 euro waardoor de kost voor een gemiddeld gezin 9 euro bedraagt. Een kwart miljoen gezinnen met een sociaal tarief moeten geen heffing betalen. Zelfstandigen en kleine kmo’s betalen vanaf volgend jaar een heffing van 94,50 euro in plaats van 290 tot 2.600 euro. Voor bedrijven op middenspanning gaat het nog om 1.800 euro en voor bedrijven op hoogspanning om 10.500 euro.
Groenestroomerfenis
De prijzen zakken voor iedereen. De vraag is wie dan wel opdraait voor de kosten. Er zijn drie factoren die de factuur drukken, waardoor de kosten sowieso flink dalen.
De Turteltaks leverde de afgelopen twee jaar volgens huidig minister van Energie Bart Tommelein (Open VLD) al genoeg op om het grootste deel van de groenestroomerfenis uit het verleden weg te werken.
Ook zijn de energieprijzen niet langer bevroren. Daardoor worden de kosten, in tegenstelling tot in het verleden, wel degelijk doorgerekend in de distributienettarieven aan de consument.
Daarnaast gaat de biomassacentrale in BEE in Gent definitief niet door. Ook de centrale in Langerlo lijkt er niet te komen. Het verdwijnen van beide projecten – samen goed voor 4,4 miljard euro subsidie – doet de factuur flink zakken.
Alternatieven
Valt de biomassa weg, moet de Vlaamse regering wel op zoek naar alternatieven als ze de Europese groenestroom-doelstellingen wil halen. Tegen 2020 moet 13 procent van de energie hernieuwbaar zijn.
De kans dat het lukt om dat doel tegen 2020 te halen, is volgens verschillende bronnen beperkt. Tommelein ziet dat anders. Hij riep gisteren particulieren maar vooral bedrijven op om voluit te investeren in hernieuwbare energie.
‘Als er niets verandert, zal het niet lukken de doelstellingen te halen. Maar als iedereen de sense of urgency begrijpt, is er heel veel mogelijk. Alles hangt af van de inspanningen die de Vlamingen bereid zijn om te leveren.’
Mocht het niet lukken om zelf genoeg groene energie te produceren, kan Vlaanderen ook groene energie opkopen in het buitenland om een Europese boete te vermijden. Ook daarvoor is volgens Tommelein geld voorzien. ‘De rekeningen kloppen. Het geplande beleid is afgedekt. We hebben nog geen geld voor de investeringen in groene energie in de verre toekomst omdat we ook niet weten waar we dan zullen staan.’
Bron: De Tijd
